zondag 29 maart 2015

Dag van het Land, met aartsbisschop Hanna Atallah en Kairos-NL

In Den Haag werd de Dag van het Land (programma hier) herdacht door de in grote getale aanwezige Palestijnse Gemeenschap Nederland en hun vrienden.
Hoofdspreker was aartsbisschop Hanna Atallah uit Jeruzalem, die sprak over de Palestijnse rechten en het belang van eenheid.
Voor hem sprak de Palestijnse Ambassadeur Nabil Abuznaid, die meldde dat Palestina op 1 april tot het Strafhof toetreedt.
Jan den Hertog schetste vervolgens de keuze van Kairos-NL voor BDS (5 jaar geleden al), voor Boycot en Desinvestering en Sancties als de enige geweldloze weg naar een rechtvaardige vrede.
Zie http://kairospalestina.nl/nl/kairosverklaring.aspx.
De speeches komen op de site van Kairos-NL.












Manal Mousa sloot de bijeenkomst af.

donderdag 12 maart 2015

Mensenrechten in Israël/Palestina na de laatste Oorlog in Gaza


Van: "Stichting gate48" <info@gate48.org>
Datum: 12 maart 2015 10:48:25 CET
Aan: "Stichting gate48" <info@gate48.org>
Onderwerp: Mensenrechten in Israël/Palestina na de laatste Oorlog in Gaza

Mensenrechten in Israël/Palestina na de laatste Oorlog in Gaza

Een gesprek met Yonatan Gher, directeur van Amnesty International Israël.

Zondag 29 maart, 20:00, Café Belcampo in Amsterdam

De situatie rond de mensenrechten in Israël blijft grimmig, vooral sinds de zomer van 2014. Palestijnse burgers van Israël worden gezien als een bedreiging voor de staatsveiligheid en als een demografische tijdbom.  Als mensenrechtenorganisatie spant Amnesty International zich in om de schrijnende schendingen van mensenrechten aan de kaak te stellen. Bij de recente vijandgelijkheden stelde Amnesty zich op het standpunt dat alle mensen het recht hebben op vrijheid van meningsuiting, veiligheid en bescherming tegen collectieve straffen. Bovendien meent Amnesty Israël dat veiligheidsoverwegingen in geen geval boven de internationale wet staan, en dat verdenkingen van oorlogsmisdaden, door welke partij ook, uitsluitend door onafhankelijke waarnemers moeten worden onderzocht. Het waarborgen van mensenrechten in tijden van oorlog vormt een bijzondere uitdaging en maakt de lopende activiteiten van Amnesty nog gecompliceerder. Yonatan Gher zal spreken over deze gecompliceerde realiteit waarin Israëlisch mensenrechtenactivisten opereren, en over zijn verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de rechten van Palestijnen gewaarborgd worden.

Hierbij zal Yonatan Gher zich vooral richten op twee recente campagnes van Amnesty Israël:

o   De campagne tegen de discriminatie van Palestijns-Israëlische staatsburgers, die gericht is op kwesties als: het recht op huisvesting, vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om te protesteren.
o   De campagne voor mensenrechten onder de bezetting.

Het gesprek zal in het Engels zijn.

Toegang €5, inclusief 1 consumptie

Café Belcampo, Hannie Dankbaarpassage 10 (in Tramremise de Hallen) http://cafebelcampo.nl/

De discussie wordt georganiseerd door gate48

***

Een dag in Palestina: gewonden, beschietingen, vernielingen, chantage

woensdag 11 maart 2015

Studenten van de universiteit van Bir Zeit houden tijdens een herdenking affiches omhoog met een foto van Saji Sarwish (18), die precies een jaar geleden door Israelische militairen werd doodgeschoten toen hij terugkwam van het voederen van de geiten bij zijn ouderlijk huis. Saji was de 26ste student van de universiteit die door de Israeli's werd gedood sinds de bezetting bijna 48 jaar geleden begon. (Foto Ma'an)

Bij het dorp Kafr Aqab, in het noorden van Jeruzalem, zijn dinsdag tientallen mensen gewond geraakt tijdens botsingen met het Israelische leger. Negen mensen werden in hun onderste ledematen getroffen door scherpe munitie.Van één van hen was de  toestand kritiek. Tientallen anderen werden getroffen door rubberkogels of hadden ademhalingsmoeilijkheden door het inademen van traangas. De clashes waren het gevolg van het feit dat Israelische bulldozers land begonnen te egaliseren in de buurt van wat vroeger de Qalandia luchthaven was, dichtbij Kafr Aqab. Israel deelde maandag slooporders uit voor gebouwen op het terrein en verklaarde de zône dinsdag tot gesloten militair terrein. Dat is omdat daar verder gebouwd gaat worden aan de ''Afscheidingsmuur'', die Kafr Aqab nog verder zal isoleren van het belendende district Samir Amis en van Jeruzalem.
Kafr Aqab is in 1980 bij Jeruzalem getrokken en samen met de rest van Arabisch Oost-Jeruzalem door Israel geannexeerd. Het maakt volgens de (illegale) Israëlische maatregel deel uit van de stad, maar is door de bouw van de "Muur"van de stad gescheiden.

Bij de Ofer gevangenis in bezet gebied raakten werden dinsdag zeven studenten van de Bir Zeit universiteit gewond tijdens een vreedzame herdenkingsbijeenkomst voor Saji Darwish, een student van deze universiteit, die een jaar geleden door Israelische militairen werd doorgeschoten. De Israeli's beschoten hen met traangasgranaten en rubberkogels. De studenten beantwoordden de beschietingen  met het gooien van stenen, twee Israeli's raakten licht gewond.

De Gaza-strook werd dinsdag van twee kanten onder vuur genomen. Israelische oorlogsschepen vuurden  vijf granaten af richting het gebied van al-Zahra. En militaire voertuigen ten oosten van Gaza-stad vuurden op boeren die aan het werk waren dicht bij de grens. Er raakte niemand gewond.
Het Mezan Centrum voor de Mensenrechten geeft aan dat sinds op 26 augustus 2014 een staakt-het-vuren werd gesloten tussen Israel en de verzetsgroepen in Gaza, de Israeli's 29 keer het vuur hebben geopend op de grensstrook. Daarbij werden twee mensen gedood en raakten 35 anderen gewond, onder wie negen kinderen.

De Israeli's zijn dinsdag begonnen om met behulp van bulldozers grote stukken grond te egaliseren in het gebied van Issawiya, in Oost-Jeruzalem. Ook bouwsels op de terreinen, afscheidingsmuurtjes van de plaatselijke boeren en toegangswegen die de boeren gebruikten om het land te bereiken, werden vernield.
Het betreffende gebied, van 700 dunum (70 hectare) tussen de plaatsen At-Tur en Issawiya  was eerder aangemerkt als bestemd om een park van te maken.Het zou dan de natuurlijke expansie van die twee plaatsen onmogelijk maken en de overgang markeren naar het zogenoemde E1-gebied, dat - als het volgebouwd wordt - de aansluiting zal vormen tussen de grote nederzetting Maaleh Adumim en de stad Jeruzalem.

Het plan voor het park werd in september 2014 in de ijskast gezet, totdat een studie zou hebben duidelijk gemaakt wat de gevolgen waren voor Issawiya en At-Tur.  Dat gebeurde na klachten dat het plan eigenlijk vooral bedoel as om de Joodse meerderheid in de stad veilig te stellen en de Arabische groei te beperken. De 700 dunum waren toen al formeel geannexeerd. Volgens een plaatselijke  actievoerder in Issawiya, Abu al-Humus, geeft het feit dat de bulldozers aan het werk zijn gegaan, echter aan dat het stadsbestuur de opschorting van het plan negeert. 

Woensdag vernielden dezelfde bulldozers ook een aantal tijdelijke onderkomens die door de Europese Unie waren gefinancierd om Bedoeïenen, die door Israelische sloopacties dakloos waren geworden, tijdelijk onderdak ter bieden. De EU heeft ongeveer 200 van deze onderkomens verstrekt. Het gebied waar de Bedoeïenen huizen, grent aan het gebied waar het park tussen Issawiya en At-Tur gepland was. De EU heeft tegen de vernielingen van de tijdelijke onderkomens geprotesteerd.

En als een staartje aan dit bericht: De krant Haaretz berichtte dinsdag dat de stad Jeruzalem als langere tijd lijsten hanteert om Palestijnen te chanteren die die als onruststokers of nationalisten worden beschouwd. Die lijsten worden doorgegeven aan de belasting, de autoriteiten die toezicht houden op bouwvergunningen, de watermaatschappij en de energieleverancier. Iedereen die weleens is opgepakt, of familieleden heeft die zijn opgepakt, dan wel als verdachte is anagemerkt op een andere manier, komt op die lijst. Vervolgens wordt gekeken of zijn huis niet kan worden afgebroken, of hij nog uitstaande (belasting)schulden heeft en of hij misschien een bedrijfje runt zonder vergunning dat dan kan worden opgeheven. 

Israelische Apartheid en Internationaal Recht: Bijeenkomsten in Leiden, Groningen en Amsterdam

|

Persbericht

Israelische Apartheid en Internationaal Recht

The crime of Apartheid as defined under International Law; its relevance or non-relevance to the State of Israel and the Occupied Territories

Drie bijeenkomsten in Leiden, Amsterdam en Groningen
Op 16, 17 en 18 maart vinden bij drie universiteiten bijeenkomsten plaats over Israëlische apartheid en Internationaal recht.

Sprekers:

Michael Deas, mensenrechtenactivist, en coördinator van de campagne voor Boycot, Desinvesteren en Sancties (BDS) in Europa

Dina Zbidat, Palestijnse staatsburger van Israel, afgestudeerd sociale wetenschappen aan de Hebreeuwse Universiteit

De Israëlische bezetting van Palestijns grondgebied en de systematische discriminatie van Palestijnse staatsburgers van Israël, staan op gespannen voet met internationaal recht en de rechten van de mens. Wereldwijd roept dit protesten op en komen mensen in het geweer tegen bezetting en apartheidspolitiek; en voor het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen.

Wat zijn die schendingen van het recht? Wat kan er tegen worden gedaan? Welke resultaten worden al bereikt? En wat is de rol van de academische wereld zowel bij het in stand houden van het onrecht; als bij de bestrijding er van?

De bijeenkomsten in Leiden en Groningen worden georganiseerd door het Nederlands Palestina Komitee (NPK) en het Diensten en Onderzoek Centrum Palestina (docP), in samenwerking met studentengroepen aldaar. Studenten voor Rechtvaardigheid in Palestina (SRP) organiseren de bijeenkomst bij de VU. Entree is gratis. De voertaal is Engels.

=> Leiden:
Ma. 16/3/15 van  19.30 tot 22.00 uur
LUMC Collegezaal 5
Albinusdreef 2 (Naast Leiden CS noordzijde)

=> Amsterdam:
VU, Boelelaan
Hoofdgebouw (zaalnr. HG11A33) 
Dinsdag 17 maart,
18:30 - 21:30 (inloop va 18:00)

=> Groningen:
Wo. 18/03/15
19:30 – 22:00 (inloop v.a. 19:00)
Harmoniegebouw (zaalnr. 1314.0026)
Oude Kijk in ‘t Jatstraat 26


Meer informatie: www.docp.nlwww.palestina-komitee.nlwww.bdsmovement.net
Share on FacebookTweet about this on TwitterPin on PinterestShare on LinkedInShare on Google+Email this to someone

vrijdag 6 maart 2015

Escalation in struggle to reinstate head of a Palestinian workers’ committee in settlement garage: WAC-MAAN appeals to National Labor Court

Zie deze achtergrondfilm van WAC-MAAN
met 
Escalation in struggle to reinstate head of a Palestinian workers’ committee in settlement garage: WAC-MAAN appeals to National Labor Court

On January 12, the independent Trade Union Center WAC-MAAN appealed the Jerusalem Labor Court decision from 28 December 2014. The appeal, filed in the National Labor Court, demands the reinstatement of Mr. Hatem Abu Ziadeh, the head of a Palestinian Workers’ Committee at the Zarfati garage in Mishor Adumim. The appeal came after the lower Jerusalem court refused to reinstate the workers’ leader and surprisingly asserted that the employer’s refusal to negotiate with the committee was done in good faith.

The appeal, submitted by Attys. Amir Basha and Moran Savorai from the Benny Cohen Law Offices, as well as Atty. Aya Bartenstein, WAC-MAAN’s legal advisor, notes a string of serious flaws in the lower Court ruling regarding the dismissal of the workers’ committee chair, and regarding the employer’s behavior towards WAC-MAAN, which is the representative workers’ organization at Zarfati. Among a range of issues, the appeal notes that:
  1. The court ignored the fact that during attempts to dismiss the workers’ committee chairperson Hatem Abu Ziadeh, in July 2014, the employer changed the reason for dismissal at least three times within a few days. In the end he accused Abu Ziadeh of sabotaging a military vehicle; he even filed a complaint with the Maaleh Adumim police against him, which meant the automatic revoking of his permit to enter the Mishor Adumim industrial zone (this has kept him from work for 5 months so far). The charge was later canceled: the police closed the file against Hatem and the Attorney General wrote that the authorities do not object to his return to work. Despite this, and despite the fact that the complaint file has been closed, the court accepted the employer’s account.
  2. The court ignored the clear link between efforts to dismiss Abu Ziadeh and steps taken against the workers’ representative organization, as well as the attempts to “persuade” the workers to rescind their membership in WAC-MAAN, attempts to break the strike by hiring other workers, and the attempt to set up an alternative workers’ committee under the employer’s auspices. Despite these acts, the court ruled that the motive for dismissal of Mr. Abu Ziadeh was not connected to his role as union activist. The judge did not force the employer to pay the compensation determined by law in such a case (up to NIS 200,000).
  3. Contrary to laws that regulate the organizing of workers, the court determined that although the employer broke the law, he did so in good faith (!) because he identified WAC-MAAN’s work as political activity stemming from the opposition of this union to the Occupation, and not as legitimate trade union activity. This is a baseless and absurd claim, which undermines the legal foundations of a representative workers’ organization, and enables every employer to act against worker-organizing on the pretext that the organization is acting in accordance with an ulterior agenda.
  4. These court decisions are puzzling in light of the fact that the court has recognized WAC-MAAN as the representative organization at the Zarfati garage. The decision also contradicts the court’s assertion that if the workers had not organized with WAC-MAAN, their employment terms would have remained below the minimum prescribed by law, and that the improvement in employment terms did not stem from the employer taking the initiative but from WAC-MAAN’s intervention.
חאתם אבו זיאדה

Hatem Abu Ziadeh. Photo: Shay Wagner

This is an important appeal because it pertains to a legitimate workers’ struggle in which the employer ignored the law, and the court must support the organizing effort in order to prevent this. Moreover, this struggle is particularly notable as it is the first attempt by Palestinian workers to demand their rights to organize according to Israel’s Collective Agreements Law, and to negotiate towards a collective agreement with the assistance of an Israeli workers’ organization.

Translated by Yonatan Preminger