En hier de speech van Jaap Hamburger op 1 mei zoals uitgesproken bij De Dokwerker in Amsterdam, maar eigenlijk ook zeer passend bij de 5e mei en op alle dagen van het jaar:
Dames en
heren, en allen die hier gekomen zijn op deze 1e mei, een dag met
een lange, eerbiedwaardige traditie, welkom. U bent gekomen voor echte banen,
echte banen, in plaats van wegwerpbanen, echte arbeidsovereenkomsten in plaats
van tijdelijke contracten, echte salarissen waarop u een toekomst kunt bouwen,
in plaats van een betaling die morgen kan stoppen omdat de werkgever zijn
bedrijf omgooit. Weet u thuis op het Jonas Daniel Meijerplein, bij De
Dokwerker. Hij kijkt over u uit, en ik zie dat hij trots op u is.
De FNV heeft
mij gevraagd u iets te vertellen over de geschiedenis van dit stoere en
onverzettelijke beeld van de beeldhouwer Mari Andriessen, dat hier staat alsof
het nooit anders geweest is, alsof het beeld er eerder was dan het plein. Maar
zo is het niet gegaan. Behalve over de geschiedenis van dit beeld en de reden
dat het hier is geplaatst, meer dan een halve eeuw geleden, in 1952, heeft de
FNV mij ook gevraagd om De Dokwerker vooral te verbinden met het heden, met
Nederland en Europa anno 2016.
Hoe is dat
beeld hier gekomen? Ik moet u op deze zonnige dag 75 jaar mee terugnemen, naar 1941,
naar de duistere dagen van de Duitse bezetting. Waar wij nu staan, was toen
deel van de Amsterdamse Jodenbuurt, en de bezetter was nooit ver weg. Joden
werden getreiterd, hun spullen werden afgepakt, zij werden buiten de wet
geplaatst en aangevallen.
Ik citeer
uit de Wikipedia: “ een groep van de WA, de WeerbaarheidsAfdeling van de NSB, ging in de vroege avond van
11 februari 1941 marcherend en zingend naar het Waterlooplein om joden
in elkaar te slaan. Een communistische knokploeg werd gewaarschuwd en kwam de joden
te hulp. De knokploeg brak opslagplaatsen rond het Waterlooplein open om zich
te bewapenen met ijzeren voorwerpen die als knuppels gebruikt konden worden en
het kwam tot een treffen. Men sloeg op elkaar in met onder andere wapenstokken,
ploertendoders en ijzeren staven. Ook werd de WA aangevallen met flessen
bleekwater. Na afloop van het gevecht, dat slechts enkele minuten geduurd
heeft, bleef WA-man Hendrik Koot op straat liggen.
Hij bleek buiten bewustzijn te zijn geraakt. Hij werd naar het Binnengasthuis
vervoerd en overleed daar drie dagen later.”
Na nog weer een ander ‘
incident’ , in een ijssalon in de van Woustraat, werd op 22 en 23 februari hier
in deze omgeving op joden gejaagd; ze warden van hun fietsen geslagen, van de
straat geplukt, uit hun huizen gehaald; 427 werden er gevangen, louter mannen, zij werden mishandeld en via
het nu bijna vergeten kamp Schoorl naar de concentratie-kampen Mauthausen en
Buchenwald gedeporteerd, waar zij allen op twee na zijn gestorven.
Tragisch, tot op het bot misdadig zelfs maar wat, zult
u vragen heeft dit alles te maken met ‘echte
banen’? Daarvoor zijn wij immers hier gekomen! Zeker, maar let op! De
razzia’s van februari 1941 werden enkele dagen later mede aanleiding tot wat de
Februaristaking is gaan heten. De ondergrondse Communistische Partij Nederland
riep deze staking uit, niet alleen, maar wel zeker óók uit solidariteit met de twee
dagen eerder opgepakte joodse mannen. Duizenden mensen gaven gehoor aan de
oproep en gingen de straat op, van trambestuurders en reinigingspersoneel van
de gemeente, tot de meisjes en de dames van sommige warenhuizen, hier in
Amsterdam, daarna in Utrecht en in het Gooi.
De Dokwerker is het na-oorlogse monument ter
nagedachtenis aan deze Februaristaking 1941; hij staat hier voor hen allen, het
beeld drukt de gedachte uit dat er tijden zijn dat de enige fatsoenlijke
houding die overblijft luidt: ‘nee, ik
doe niet mee’. De staking van toen wordt hier op dit plein tot vandaag de
dag jaarlijks uit respect en bewondering door een paar duizend mensen herdacht.
De gebeurtenissen uit Februari 1941 leren
ons een actuele les: optreden is
geboden, waar onrecht plaatsvindt.
Want er kan gebrek zijn aan alles, aan één
ding helaas nooit, onrecht is altijd overvloedig aanwezig. Dan moet jullie
stem, de mijne, dan moet onze stem gehoord worden. ‘Nee, wij doen niet mee’.
En precies daarvoor zijn jullie nu ook hier
bijeen! Elke tijd zijn eigen onrecht, en dat van onze tijd is onder andere dit:
het degraderen van arbeid tot een opeenvolging van onzekere baantjes, het inzetten
van mensen slechts zolang als ze te gebruiken zijn, en ze dan de deur wijzen.
Arbeid als gunst in plaats van als recht. Dat is een aantasting van de menselijke
waardigheid. ‘En nee, daar doen wij niet aan
mee.’
De basis van de menselijke verhoudingen
zou, in alle simpelheid, moeten zijn: ‘wat
gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’. De ‘gulden
regel’ heet dat. Maar het is van alle tijden dat mensen er aan herinnerd moeten
worden dat hun medemensen niet anders zijn dan zij, maar slechts een andere
verschijningsvorm van henzelf.
Als wij daarom verder kijken dan ons eigenbelang,
waarvoor wij hier staan, -en terecht - dan
zien wij nog iets anders: dan zien wij dat onze landen als een magneet mensen
aantrekken die vluchten voor oorlog en doodsgevaar, of die de dreigingen, de
troosteloze uitzichtloosheid en de achterstelling in hun eigen land willen
inruilen voor het uitzicht op een menswaardiger leven hier, waar zij hard voor
willen werken
Dat ‘ verder kijken dan het eigen belang’ is nu ook precies wat belichaamd is in de
Februaristaking. De organisatoren en deelnemers van toen gingen een
fundamentele grens over, de grens van het eigen belang. Toen zij zagen en
begrepen dat anderen ‘ de gulden regel’ voor hun ogen schonden, door medemensen uit
hun midden te isoleren, te vernederen, te arresteren en weg te voeren, toen
besloten de stakers van februari 1941 daartegen in verzet te komen. ‘ Nee’ , zeiden zij, ‘nee, wij doen niet mee.’
Zulk verzet gaat verder dan het persoonlijk leven. Het gaat over het opkomen, hoog houden en naleven van kernwaarden, het woord dat wij zoveel moeten horen de laatste tijd, van politici en mooipraters die ons maar niet kunnen overtuigen, omdat zij opportunistisch sollen met de waarden die zij ons met een heilig gezicht voorhouden.
Veel te weinig ferm en uitgesproken zijn
zij ook, als Nederlanders met ‘roots’
van elders worden achtergesteld of als zekere politici hen en hun geloof
verantwoordelijk stellen voor ongeveer alles wat er scheef of mis in Nederland.
De communistische voorlieden die de
Februaristaking organiseerden, waren lieden
uit een stuk, net als de Dokwerker. Zij maakten geen onderscheid.
Beginselen niet alleen
belijden, maar er ook naar handelen en zeker onder omstandigheden van bezetting
en dictatuur die levensbedreigend zijn, dat is wat die stakers in mijn ogen absolute
helden maakt. Maar evengoed ben ik vol bewondering voor al die 100-en zo niet
1000-en jonge mensen die niet hun loopbaan op de eerste plaats stellen, maar
die naar Calais zijn gegaan, naar de Italiaanse kust, of die naar de Griekse
eilanden voor de Turkse kust zijn getrokken om zich daar te ontfermen over de ongetelde
tien- en honderdduizenden die in hun nood onze kant op komen. Ook voor hun
staat de Dokwerker hier.
Ik wil mij van hier als
voorzitter van Een Ander Joods Geluid ook richten tot de leiding van de FNV.
FNV leden verenigd in de AbvaKabo werkgroep Palestina hebben in september 2013
goede plannen gepresenteerd om iets te ondernemen tegen het grote en
niet-aflatende onrecht dat de Israëlische bezetting van Palestina voor
Palestijnen betekent; FNV bestuur, laat uw koudwatervrees varen en pak dit
thema op, overeenkomstig de voorstellen van de Palestinawerkgroep. Ook al bent
het niet met alles eens, overwin uw aarzelingen, toon moed, laat uw stem horen.
U kunt iets betekenen voor Palestijnse bonden en maatschappelijke organisaties,
zij smachten naar uw steun. Ook de Dokwerker wacht op u.
Maar dames en heren, hij
staat hier ook voor u, als u in een lange traditie, mede gedragen door de FNV
en zijn voorlopers, opkomt voor ‘ de bevrijding van de arbeid.’ Dat gevecht is
immers nooit definitief gewonnen. In een neo-liberale, gedereguleerde
maatschappij, waar de dominante krachten aan de kant staan van het grote geld
en vice versa, waar een steeds geringer deel van het national inkomen naar de
burger en zijn collectieve belangen gaat, en een steeds groter deel naar
bedrijven en een kleine maar puissant rijke bovenlaag, een samenleving waar u
en ik opgeslokt dreigen te worden door alles wat uit het niets opeens ‘onze eigen
verantwoordelijkheid’ heet, in zo’n samenleving niet alleen opkomen voor
jezelf, maar ook voor verandering, en voor anderen, zoals bijvoorbeeld de
schoonmakers gedaan hebben met hun acties, en de politie, dat dwingt respect en
bewondering af, en verdient ons aller steun.
De Dokwerker gaat u voor:
laat u niet intimideren, sta pal voor uw zaak, laat luid en duidelijk uw stem
horen tegen degenen die u en anderen in hun belang klein willen houden: ‘nee, daar doen wij niet aan mee!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.